De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) verhuist begin mei een boortoren naar de Hoekweg in Hoogenweg om een oude put definitief af te sluiten. De boortoren boort dus niet, maar trekt oude pijpen uit een put die vroeger dienst deed als ‘gaswinput’.
Wat doen we?
- We gaan in mei een bestaande oude put in het gasveld ‘Hoogenweg’ permanent afsluiten.
- De boortoren kan naast het boren van putten en het installeren van pijpdelen in de ondergrondse put, ook de eerder aangebrachte stukken pijp weer terughalen uit de put.
- De boortoren is ook in staat de open ruimte vervolgens op te vullen met cement.
- Dat werk gaat dag en nacht door en de lampen op onze locatie zijn dan ook ’s nachts aan om veilig te kunnen werken.
Waarom?
Op NAM-locatie Hoogenweg is in 1987 de eerste put geboord. Deze put heeft de naam Hoogenweg-1 gekregen. Aangezien de put al een tijdje buiten gebruik is en geen gas meer produceert wordt deze nu definitief afgesloten en opgeruimd.
Omdat we als inwoners van Nederland aardgas gebruiken voor het verwarmen van huizen, douche- en badwater, voor het koken van eten en voor een groot deel voor het opwekken van elektriciteit, haalt NAM gas uit de diepe ondergrond naar boven. Daarmee voert NAM het kleine-veldenbeleid van de Nederlandse regering uit. Dat betekent dat ook het gas uit de kleine gasvelden, zoals Hoogenweg en Hardenberg gewonnen moet worden. Het volume aardgas dat uit het Hoogenweg-veld gewonnen is bedraagt circa 100 miljoen kuub aardgas. Een huishouden van 4 personen verbruikt jaarlijks 1500 kuub aardgas.
Wanneer?
- Begin mei start de aanvoer van de boortoren met behulp van circa zestig trucks. De vrachtauto’s volgen een voorgeschreven route.
- Vervolgens wordt de boortoren in enkele dagen opgebouwd.
- De boortoren heeft circa twee maanden tijd nodig om de oude putdelen te verwijderen en het ontstane gat op te vullen met cement.
- Tot eind juni/begin juli 2016 verwachten wij op deze locatie aan het werk te zijn, met de boortoren.
Goed om te weten
Op Facebook zijn wij te vinden als NAM in Hardenberg
Op Twitter zijn wij ook te volgen; via @NAMbv